Schilders
Vergoedingen
Reiskosten
CAO artikel 51, 52
1. Indien een werknemer, naar het oordeel van de werkgever, bij het zich naar en van het werk begeven gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel en/of daarvan tijdens en ten behoeve van de werkzaamheden gebruik maakt, zal hem een vervoermiddelenvergoeding worden betaald.
2. De in lid 1 genoemde vergoeding bedraagt:
bij reizen met:
- Bromfiets: € 0,11/km;
- Auto: € 0,19/km.
Indien naar het oordeel van de werkgever, bij het reizen van en naar het werk of bij het reizen tijdens en ten behoeve van het werk door de werknemer gebruik moet worden gemaakt van een openbaar middel van vervoer zal het daaruit voortvloeiende bedrag aan reiskosten (2e of daarmee gelijk te stellen klasse) voor rekening van de werkgever komen.
Voor een leerling-werknemer geldt dat de eerste 10 kilometer heen en de eerste 10 kilometer terug, niet voor een reiskosten vergoeding in aanmerking komen.
De werkgever is verplicht, naast de kilometervergoeding in lid 2 van dit artikel de werkelijk gemaakte kosten van het werkverkeer, zoals parkeerkosten en tolheffingen, volledig te vergoeden. Deze vergoeding hoeft alleen te worden betaald als dit conform de fiscale regels als een netto vergoeding betaald kan worden.
1. Indien een werknemer, naar het oordeel van de werkgever, bij het zich naar en van het werk begeven gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel en/of daarvan tijdens en ten behoeve van de werkzaamheden gebruik maakt, zal hem een vervoermiddelenvergoeding worden betaald.
2. De in lid 1 genoemde vergoeding bedraagt:
bij reizen met:
- Bromfiets: € 0,11/km;
- Auto: € 0,19/km.
Indien naar het oordeel van de werkgever, bij het reizen van en naar het werk of bij het reizen tijdens en ten behoeve van het werk door de werknemer gebruik moet worden gemaakt van een openbaar middel van vervoer zal het daaruit voortvloeiende bedrag aan reiskosten (2e of daarmee gelijk te stellen klasse) voor rekening van de werkgever komen.
Voor een leerling-werknemer geldt dat de eerste 10 kilometer heen en de eerste 10 kilometer terug, niet voor een reiskosten vergoeding in aanmerking komen.
De werkgever is verplicht, naast de kilometervergoeding in lid 2 van dit artikel de werkelijk gemaakte kosten van het werkverkeer, zoals parkeerkosten en tolheffingen, volledig te vergoeden. Deze vergoeding hoeft alleen te worden betaald als dit conform de fiscale regels als een netto vergoeding betaald kan worden.
Reisuren
CAO artikel 53, 54
(De vergoeding van reisuren is geen standaard onderdeel van de inlenersbeloning, maar wordt ter informatie toch vermeld.)
De duur van de reis bij het zich naar en van het werk begeven, die wordt gemaakt met een openbaar vervoermiddel, een door de werkgever ter beschikking gesteld vervoermiddel, of een eigen vervoermiddel wordt door de werkgever, met uitzondering van de eerste 60 minuten per dag, die niet door de werkgever worden vergoed, een vast bedrag vergoed van:
- voor werknemers tot en met 21 jaar: 50% van zijn bruto loon;
- voor werknemers van 22 jaar en ouder: € 10,- bruto per uur.
Indien een werknemer als chauffeur van een auto met inzittenden optreedt worden hem ook de eerste 60 minuten reistijd vergoed. De vergoeding voor de chauffeur bedraagt € 12,50 bruto per uur.
Met duur van de reis wordt bedoeld de tijd die nodig is om van de plaats van vertrek aan te komen op het werk én andersom, de tijd die nodig is om van het werk aan te komen op de plaats van vertrek. Voor de leerling-werknemer geldt dat de eerste 10 km heen en de eerste 10 km terug, niet voor een reisuren vergoeding in aanmerking komen.
(De vergoeding van reisuren is geen standaard onderdeel van de inlenersbeloning, maar wordt ter informatie toch vermeld.)
De duur van de reis bij het zich naar en van het werk begeven, die wordt gemaakt met een openbaar vervoermiddel, een door de werkgever ter beschikking gesteld vervoermiddel, of een eigen vervoermiddel wordt door de werkgever, met uitzondering van de eerste 60 minuten per dag, die niet door de werkgever worden vergoed, een vast bedrag vergoed van:
- voor werknemers tot en met 21 jaar: 50% van zijn bruto loon;
- voor werknemers van 22 jaar en ouder: € 10,- bruto per uur.
Indien een werknemer als chauffeur van een auto met inzittenden optreedt worden hem ook de eerste 60 minuten reistijd vergoed. De vergoeding voor de chauffeur bedraagt € 12,50 bruto per uur.
Met duur van de reis wordt bedoeld de tijd die nodig is om van de plaats van vertrek aan te komen op het werk én andersom, de tijd die nodig is om van het werk aan te komen op de plaats van vertrek. Voor de leerling-werknemer geldt dat de eerste 10 km heen en de eerste 10 km terug, niet voor een reisuren vergoeding in aanmerking komen.
Verblijfskosten
CAO artikel 57
Indien het werk zover buiten de plaats, waarvoor de werknemer is aangenomen respectievelijk buiten diens woonplaats gelegen is dat de werknemer naar het oordeel van de werkgever en de werknemer des avonds niet huiswaarts kan keren, zal op kosten van de werkgever behoorlijke voeding en logies worden verstrekt.
Indien het werk zover buiten de plaats, waarvoor de werknemer is aangenomen respectievelijk buiten diens woonplaats gelegen is dat de werknemer naar het oordeel van de werkgever en de werknemer des avonds niet huiswaarts kan keren, zal op kosten van de werkgever behoorlijke voeding en logies worden verstrekt.
Maaltijdvergoeding
CAO artikel 56
In geval van overwerk wordt door de werkgever een maaltijdvergoeding betaald. Deze vergoeding bedraagt € 8,00 per dag. Deze vergoeding hoeft alleen te worden betaald als dit conform de fiscale regels als een netto vergoeding betaald kan worden.
In geval van overwerk wordt door de werkgever een maaltijdvergoeding betaald. Deze vergoeding bedraagt € 8,00 per dag. Deze vergoeding hoeft alleen te worden betaald als dit conform de fiscale regels als een netto vergoeding betaald kan worden.
Kledingvergoeding
CAO artikel 55 lid 1, 2, 4
Bij het beschikbaar stellen van werkkleding wordt aan de werknemer een wasvergoeding in plaats van een uitrustingsvergoeding verstrekt. De vergoeding voor waskosten blijft in de werkkostenregeling tot een bedrag van € 1,00 per dag buiten de vrije ruimte van 1,2% van de bruto loonsom en is fiscaal onbelast. Deze vergoeding hoeft alleen te worden betaald als dit conform de fiscale regels als een netto vergoeding betaald kan worden.
Bij het beschikbaar stellen van werkkleding wordt aan de werknemer een wasvergoeding in plaats van een uitrustingsvergoeding verstrekt. De vergoeding voor waskosten blijft in de werkkostenregeling tot een bedrag van € 1,00 per dag buiten de vrije ruimte van 1,2% van de bruto loonsom en is fiscaal onbelast. Deze vergoeding hoeft alleen te worden betaald als dit conform de fiscale regels als een netto vergoeding betaald kan worden.
Gereedschapsvergoeding
CAO artikel 55 lid 3
Gereedschappen zullen door de werkgever aan de werknemer ter beschikking worden gesteld.
Gereedschappen zullen door de werkgever aan de werknemer ter beschikking worden gesteld.
Overige vergoedingen
niet beschreven in de CAO
Toeslagen
Toeslagen voor verschoven uren
CAO artikelen 12, 14 lid 12, 16 lid 3, 33
Begin | Eind | Ma | Di | Wo | Do | Vr | Za | Zo |
0:00 | 6:00 | 125% | 125% | 125% | 125% | 125% | 125% | 125% |
6:00 | 19:00 | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 125% | 125% |
19:00 | 0:00 | 125% | 125% | 125% | 125% | 125% | 125% | 125% |
Onder verschoven arbeidstijd wordt verstaan het verrichten van arbeid gedurende de normale arbeidsduur per dag, waarbij de grenzen van de normale werkdag (tussen 6.00 en 19.00 uur) en/of de normale werkweek (maandag tot en met vrijdag) worden overschreden.
In het geval van verschoven arbeidstijd, zal aan de werknemer,voor de buiten de normale werkdag (tussen 6.00 uur en 19.00 uur) en/of de normale werkweek (maandag t/m vrijdag) vallende uren een toeslag boven het PRIS-loon, maar ten hoogste over het uurloon gelijk aan het midden van de voor hem toepasselijke loongroep, worden betaald conform het bovenstaande tabel.
Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.
In het geval van verschoven arbeidstijd, zal aan de werknemer,voor de buiten de normale werkdag (tussen 6.00 uur en 19.00 uur) en/of de normale werkweek (maandag t/m vrijdag) vallende uren een toeslag boven het PRIS-loon, maar ten hoogste over het uurloon gelijk aan het midden van de voor hem toepasselijke loongroep, worden betaald conform het bovenstaande tabel.
Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.
Toeslagen voor feestdagen
CAO artikelen 15 en 30
Begin | Eind | Ma | Di | Wo | Do | Vr | Za | Zo |
0:00 | 0:00 | 200% | 200% | 200% | 200% | 200% | 200% | 200% |
Met arbeid op zaterdag en op zondag wordt bedoeld het werken op die betreffende dagen tussen 0 en 24 uur.
Met zondagsarbeid wordt gelijkgesteld het werk verricht op algemeen erkende christelijke feestdagen, te weten:
tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, beide kerstdagen. Daarnaast wordt met zondagsarbeid gelijkgesteld werken op nieuwjaarsdag, Koningsdag en Goede Vrijdag.
Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.
Met zondagsarbeid wordt gelijkgesteld het werk verricht op algemeen erkende christelijke feestdagen, te weten:
tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, beide kerstdagen. Daarnaast wordt met zondagsarbeid gelijkgesteld werken op nieuwjaarsdag, Koningsdag en Goede Vrijdag.
Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.
Toeslagen voor overuren
CAO artikel 16 lid 1, artikel 29, 30
Begin | Eind | Ma | Di | Wo | Do | Vr | Za | Zo |
0:00 | 0:00 | 125% | 125% | 125% | 125% | 125% | 140% | 200% |
Onder overwerk wordt verstaan het verrichten van arbeid door de werknemer op verzoek van de werkgever na 170 uur per loonperiode van 4 weken of na het aantal uren dat is afgesproken in de overlegregeling arbeidstijden, een Raamwerk Werkspreiding of jaarmodel.
Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.
Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.
Toeslagen voor consignatiedienst
CAO artikel 16 leden 4-6, artikel 32
Onder consignatiedienst wordt verstaan dat de werknemer buiten de normale werktijd op oproep beschikbaar moet zijn om zo spoedig mogelijk arbeid te verrichten.
1. De werknemer heeft voor een consignatiedienst recht op de hierna volgende vergoeding.
a. vakvolwassenwerknemer:
- € 10,- bruto of 30 minuten vrije tijd per dag voor een dienst op ma t/m vr (maandagmorgen 06.00 uur tot zaterdagmorgen 06.00);
- € 25,- bruto of 75 minuten vrije tijd per dag voor een dienst in het weekend en op feestdagen (zaterdagmorgen 06.00
uur tot maandagmorgen 06.00 uur);
b. werknemers in leerling- of aanloopschaal:
- € 5,- bruto of 30 minuten vrije tijd per dag voor een dienst op ma t/m vr (maandagmorgen 06.00 uur tot zaterdagmorgen 06.00);
- € 12,50 bruto of 75 minuten vrije tijd per dag voor een dienst in het weekend en op feestdagen (zaterdagmorgen 06.00
uur tot maandagmorgen 06.00 uur).
2. Indien de werknemer tijdens een consignatiedienst daadwerkelijk wordt opgeroepen (uitruk), heeft hij recht op de hierna volgende vergoeding.
a. vakvolwassenwerknemer:
- € 30,- bruto of 90 minuten vrije tijd bij een uitruk op ma t/m vr (maandagmorgen 06.00 uur tot zaterdagmorgen 06.00);
- € 45,- bruto of 135 minuten vrije tijd bij een uitruk in het weekend en op feestdagen (zaterdagmorgen 06.00
uur tot maandagmorgen 06.00 uur);
b. werknemers in leerling- of aanloopschaal:
- € 15,- bruto of 90 minuten vrije tijd bij een uitruk op ma t/m vr (maandagmorgen 06.00 uur tot zaterdagmorgen 06.00);
- € 20,- bruto of 135 minuten vrije tijd bij een uitruk in het weekend en op feestdagen (zaterdagmorgen 06.00
uur tot maandagmorgen 06.00 uur).
Een uitruk wordt geacht maximaal 75 minuten te duren gerekend vanaf het huisadres van de werknemer. Duurt een uitruk langer dan 75 minuten, dan wordt de vergoeding verdubbeld.
Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.
Onder consignatiedienst wordt verstaan dat de werknemer buiten de normale werktijd op oproep beschikbaar moet zijn om zo spoedig mogelijk arbeid te verrichten.
1. De werknemer heeft voor een consignatiedienst recht op de hierna volgende vergoeding.
a. vakvolwassenwerknemer:
- € 10,- bruto of 30 minuten vrije tijd per dag voor een dienst op ma t/m vr (maandagmorgen 06.00 uur tot zaterdagmorgen 06.00);
- € 25,- bruto of 75 minuten vrije tijd per dag voor een dienst in het weekend en op feestdagen (zaterdagmorgen 06.00
uur tot maandagmorgen 06.00 uur);
b. werknemers in leerling- of aanloopschaal:
- € 5,- bruto of 30 minuten vrije tijd per dag voor een dienst op ma t/m vr (maandagmorgen 06.00 uur tot zaterdagmorgen 06.00);
- € 12,50 bruto of 75 minuten vrije tijd per dag voor een dienst in het weekend en op feestdagen (zaterdagmorgen 06.00
uur tot maandagmorgen 06.00 uur).
2. Indien de werknemer tijdens een consignatiedienst daadwerkelijk wordt opgeroepen (uitruk), heeft hij recht op de hierna volgende vergoeding.
a. vakvolwassenwerknemer:
- € 30,- bruto of 90 minuten vrije tijd bij een uitruk op ma t/m vr (maandagmorgen 06.00 uur tot zaterdagmorgen 06.00);
- € 45,- bruto of 135 minuten vrije tijd bij een uitruk in het weekend en op feestdagen (zaterdagmorgen 06.00
uur tot maandagmorgen 06.00 uur);
b. werknemers in leerling- of aanloopschaal:
- € 15,- bruto of 90 minuten vrije tijd bij een uitruk op ma t/m vr (maandagmorgen 06.00 uur tot zaterdagmorgen 06.00);
- € 20,- bruto of 135 minuten vrije tijd bij een uitruk in het weekend en op feestdagen (zaterdagmorgen 06.00
uur tot maandagmorgen 06.00 uur).
Een uitruk wordt geacht maximaal 75 minuten te duren gerekend vanaf het huisadres van de werknemer. Duurt een uitruk langer dan 75 minuten, dan wordt de vergoeding verdubbeld.
Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.
Toeslagen voor ploegendienst
CAO artikel 31
1. Voor werknemers die in ploegendienst werken zal het PRIS-uurloon, maar ten hoogste het uurloon gelijk aan het midden van de voor de werknemer toepasselijke loongroep, worden verhoogd met een toeslag van 10% in geval van 2-ploegendienst en met een toeslag van 15% in geval van 3-ploegendienst.
2. Voor de bij ploegendienst tussen 18.30 uur en de volgende ochtend 06.00 uur vallende uren zal het PRIS-uurloon, maar ten hoogste het uurloon gelijk aan het midden van de voor de werknemer toepasselijke loongroep, in zijn totaliteit worden verhoogd met 25%. De in lid 1 van dit artikel genoemde toeslagen worden geacht in dit percentage te zijn opgenomen, zodat cumulatie niet plaats zal vinden.
Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.
1. Voor werknemers die in ploegendienst werken zal het PRIS-uurloon, maar ten hoogste het uurloon gelijk aan het midden van de voor de werknemer toepasselijke loongroep, worden verhoogd met een toeslag van 10% in geval van 2-ploegendienst en met een toeslag van 15% in geval van 3-ploegendienst.
2. Voor de bij ploegendienst tussen 18.30 uur en de volgende ochtend 06.00 uur vallende uren zal het PRIS-uurloon, maar ten hoogste het uurloon gelijk aan het midden van de voor de werknemer toepasselijke loongroep, in zijn totaliteit worden verhoogd met 25%. De in lid 1 van dit artikel genoemde toeslagen worden geacht in dit percentage te zijn opgenomen, zodat cumulatie niet plaats zal vinden.
Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer UTA.